Rooddood of Haspengouw
als liefde op stelten
door velden struikelt,
door gaarden struint
en in kruinen de kop
opsteekt, wil ook ik
kersen eten en niet
met armen en ladders
met sporten tekort
valfruit rapen slechts.
zoet &
zoeter en zacht
de vrucht, merels dromen
zich rood, maar wie kust
het sap van m’n mond,
gaat samen met mij nu
even dood?
Conférence
al begin je met
een weerbarstig
stengeltje, toch,
onvermoed, glijdt
mijn blik altijd
weer je welving
af, rondt je
gulden heup.
dat zo graag
gewogen, zo
graag gebeten
vlees, nat en
korrelig,
geelgerijpt je
honingcellulitis.
wacht, ik grijp
je, splijt je,
vierendeel je,
nu!
©Herman Rohaert
terug naar de ledenlijst
|