Anne Wiering | Bio-bibliografie | Gedichten

Anne Wiering

Gedichten

13013.jpg

 
Cire perdue
 
hij groeit in de baren
naarmate ik nader
en in het schuim maakt
het zog een zeebrug
tussen zinken en drijven
 
aanstonds berijd ik mijn
zijden paard, ik duik
en vlecht mijn net onder water
hij speelt vis, soms is hij matroos
en wacht op het dek met zijn roos
 
maar morgen
bij violette ebben
meren wij in zand en slijk,
een amberkleurig
wrak gelijk
 
 
 
Venus uit haar schelp
 
leg ik ontwakend
mijn schelp aan je schelp,
dan ruisen er vage gezangen
over elkanders hervonden verlangen
 
eerst ademen we de wind
van toen het kind in ons
de molens wiekte,
dan komt
het gefluister
 
in de stilte in het duister
naar een stonde samen dood

terug naar de ledenlijst